Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [10]Gij overstroomt hen; zij zijn [gelijk] een slaap; [11]in den morgenstond zijn zij gelijk het gras, [dat] verandert; 10. Alsof hij zeide: Zo haastiglijk als een watervloed wegrukt en afspoelt al wat hij ontmoet. 11. Hij wil zeggen: De mensen zijn nauwelijks geboren, of zij vergaan terstond, verstaande door den morgenstond de jeugd of kinderjaren.